Vanaf 1839 werd het archief van de Nederlands-Israëlitische Hoofdsynagoge Limburg (1788-1960) in de speciale kluis bij de vergaderzaal in de synagoge aan de Bogaardenstraat bewaard.
Over de bewaring vóór 1839 is weinig met zekerheid te zeggen, al is het waarschijnlijk dat de archiefbescheiden in de synagoge aan de Kleine Gracht en aan de Markt werden opgeborgen.
Het archief werd voor het oorlogsgeweld gelukkig gespaard, doordat het tijdig veilig werd opgeborgen. Blijkens een uitgave post van f 3,- in het kasboek op 4 oktober 1944 betreffende "het afhalen van Sifre Tourous & Archiven" moet de bergplaats een bank in Maastricht geweest zijn, daar van de wetsrollen bekend is dat deze in een bankkluis geborgen waren.
Waarschijnlijk betrof het hier echter slechts enkele archiefstukken, want pas in 1965 kwam het gehele archief tevoorschijn.
De ontdekking werd min of meer gedaan door de heren drs. R.C. Hekker en drs. J.J. van Agt, die in verband met de op handen zijnde restauratie van de synagoge inzage hadden gevraagd in de archieven.
Aanvankelijk kon de toenmalige secretaris-penningmeester H. Landau slechts enkele stukken ter inzage geven. Op de vergaderkamer bemerkte men echter een betimmering met twee dubbele kastdeuren, waarvan men aannam dat zich daarachter geen kostbaarheden konden bevinden aangezien er tijdens de oorlog erg veel in de synagoge was vernield.
Het linkergedeelte bleek het archief te bevatten en het rechtergedeelte enkele godsdienstige werken en liturgische voorwerpen.
De Joodse boeken, daarmee zal de Hebreeuwse bibliotheek bedoeld zijn, waren volgens het verslag van voorzitter E. Wesly uit 1944 in het toenmalige Stadsarchief en bibliotheek bewaard.
Vooruitlopend op de restauratie van de synagoge werd op 27 oktober 1966 het archief in bewaring gegeven bij de Gemeentelijke Archiefdienst Maastricht.
Archieven Historisch Centrum Maastricht
Geplaatst 6 september 2023